De zuivel sector

Onderzoek op Shigatoxine-producerende Escherichia coli (STEC) in hoog risico producten

Toezichthouders in Europese lidstaten zijn verplicht om gevaren in levensmiddelen te volgen en rapporteren. Voor zoönoseverwekkers (ziekteverwekkers die via dieren mensen ziek kunnen maken), waaronder STEC, geldt een specifieke verplichting beschreven in de Richtlijn 2003/99/EG over de bewaking van zoönoses en zoönoseverwekkers (hierin wordt STEC overigens ‘Verocytotoxine-producerende Escherichia coli’ genoemd).  Deze bewaking kan op elke plek in de keten plaatsvinden.

STEC is geen nieuwe voedselpathogeen en heeft al in de vorige eeuw geleid tot uitbraken met ernstige zieken tot gevolg. In Europa heeft STEC vernieuwde aandacht gekregen na de EHEC uitbraak door kiemgroenten in Duitsland in 2011. Dat STEC ook een relevant gevaar is voor Boerenkaas is onder anderen beschreven in het blad De Zelfkazer (zie bijgevoegd artikel uit december 2018).  Tevens heeft het RIVM in 2018 in een publicatie beschreven dat STEC veel voorkomt bij melkgeiten- en melkschapenbedrijven.
> De zelfkazer artikel 2018 | PDF
> Rivm.nl | nieuws | stec en campylobacter gevonden bij melkgeiten en melkschapen

Waarom is er aandacht voor STEC?

De NVWA heeft in 2014 naar aanleiding van de EHEC uitbraak in 2011 en na een risicobeoordeling van NVWA-BuRO geconcludeerd dat STEC onwenselijk is op elk levensmiddel dat voor consumptie niet afdoende wordt verhit. Daaruit volgde het NVWA beleid omtrent STEC voor dergelijke producten die breed is gecommuniceerd.
> nvwa.nl | onderwerpen | hoe stec in levensmiddelen voorkomen

Hierbij wordt ook specifiek naar rauwe melk, en o.a. rauwmelkse kaas verwezen:
> nvwa.nl | onderwerpen | hoe stec voor besmetting kan zorgen
Rauwe melk en rauwmelkse zuivelproducten worden gezien als hoog risico producten.

Opname van STEC in de risicoanalyse van uw bedrijf

Bedrijven dienen STEC als potentieel gevaar in de risicoanalyse op te nemen. Beheers- en bewakingsprocedures in te richten en hierop een verificatie uit te voeren. Dit is nog niet opgenomen in de Hygiënecode voor Boerderijzuivelbereiding die veelal gebruikt wordt door boerderijzuivel- en kleinschalige bereiders van zuivelproducten. Momenteel wordt deze Hygienecode voor Boerderijzuivelbereiding (2007) geëvalueerd en herzien o.a. op dit punt.

Waarom onderzoekt het COKZ rauwmelkse kaas ook op STEC?

De NVWA en het COKZ richten de bemonsteringprogramma risicogericht in. STEC is een van de parameters die in dit bemonsteringsprogramma is meegenomen. Het COKZ voert het onderzoek op STEC al een aantal jaren uit in oppervlakte gerijpte kaas en rauwe melk voor directe verkoop aan de consument. Sinds januari 2022 is het onderzoek op STEC ook opgenomen in het monitoringsprogramma voor rauwmelkse kaas.

Dit bemonsteringsprogramma wordt vastgesteld door de bevoegde autoriteit en niet in overleg (of op verzoek) met branches of bedrijven, dit is de verantwoordelijkheid van de Bevoegde Autoriteit (mede) vanuit eerdergenoemde Richtlijn 2003/99/EG.

Productie van veilig voedsel is en blijft uiteraard de verantwoordelijkheid van de producent, ook wanneer de producent door de Bevoegde Autoriteit op de hoogte wordt gebracht van aanwezigheid van STEC op dat voedsel. Als STEC wordt aangetroffen zullen de besmette producten van de markt gehaald worden.

Veel gestelde vragen